Header afvalstromen

Nieuws

Artikel - 28 mei 2020

Aan de slag met gfe in de hoogbouw

Positieve resultaten pilots afvalscheiding hoogbouw

Scheiden van organisch keukenafval levert in de hoogbouw positieve resultaten op. Zowel kwantitatief als kwalitatief. Dat bewijst een vijfjarig onderzoek in zes hoogbouw-gemeenten. Een menukaart laat zien welke instrumenten wel en niet werken. Over hulpmiddelen in de keuken is iedereen positief. Flatbewoners staan te popelen om aan de slag te gaan.

Het laatste bastion – organisch keukenafval in de hoogbouw, de zogenoemde groente-, fruit- en etensresten (gfe) – is beslecht. Na vijf jaar uitgebreid onderzoek is de conclusie helder: gfe-bronscheiding pakt in de hoogbouw op alle fronten positief uit. “Ons advies aan gemeenten: ga in de hoogbouw aan de slag”, vertelt Gijs Langeveld, trekker van het landelijke VANG-project Verbetering afvalscheiding in de hoogbouw. Gfe-inzameling in hoogbouw heeft volgens hem een grote impact. “Eén op de vijf huishoudens maakt geregeld gebruik van de aangeboden gfe-containers. Dat is veel, namelijk zestien kilo gfe per inwoner per jaar. Daarmee neemt het landelijke scheidingspercentage met 1,5 procent toe. In een stad als Rotterdam stijgt met de juiste gfe-maatregelen de totale afvalscheiding met 4,7 procent naar veertig procent.”

Gijs Langeveld (hoogbouwproject):

‘Ons advies aan gemeenten: ga in de hoogbouw aan de slag.’

Een interventie die er met kop en schouders bovenuit stak was het uitdelen van hulpmiddelen voor in de keuken

Hoogbouw aan de beurt

Tot voor kort reed de afvalscheiding bijna overal in Nederland de hoogbouw voorbij. Toch moet ook deze groep om. “Gfe-inzameling levert een significante bijdrage aan het behalen van Europese, nationale en gemeentelijke scheidingsdoelen. Europa gaat een aparte inzameling van organisch afval zelfs verplicht stellen”, aldus Langeveld.
Het hoogbouwproject zocht naar efficiënte maatregelen om de gfe-inzameling vorm te geven. Zes gemeenten – Almere, Amsterdam, Den Haag, Rotterdam, Schiedam en Utrecht – namen de proef op de som. Achtduizend huishoudens deden mee. “De gemeenten voerden eerst een basispakket in. De deelnemers kregen uitleg en er moesten containers beschikbaar zijn. Zonder dit basispakket is gescheiden inzamelen niet mogelijk.”

Menukaart interventies

Bovenop het basispakket zijn interventies getest. Tien interventies in totaal, verspreid over de zes pilots. Allemaal waren ze veelbelovend. Zo kregen sommige deelnemers een cadeau vooraf of stelden ze persoonlijke of collectieve doelen. Anderen werd een beloning in het vooruitzicht gesteld of werden uitvoerig voorgelicht. “Per interventie zijn de effectiviteit, de kosten en de haalbaarheid beoordeeld”, legt Langeveld uit. Een interventie die er met kop en schouders bovenuit steekt is het uitdelen van hulpmiddelen voor in de keuken, zoals bakjes met composteerbare zakjes. “Dat heeft veel effect en is voor gemeenten redelijk makkelijk uit te voeren. Allerlei typen zijn getest: van simpele gfe-bakjes tot uitgebreide multisorteerbakken. Alles werkt, ongeacht de prijs of uitvoering.”

Herhaling belangrijk

Een menukaart met één tot drie sterren laat zien welke interventies wel of niet soelaas bieden. Drie interventies blijken effectief, voordelig én haalbaar. Naast de hulpmiddelen zijn dat: ‘groepsdoelen stellen & feedback’ en ‘attitudebeïnvloeding’, dus het uitleggen van het nut van afvalscheiding. “In Schiedam kreeg een groep bewoners een gezamenlijk scheidingsdoel. Vier keer koppelden we de behaalde resultaten terug. Dat werkte goed, zelfs veel beter dan het stellen van persoonlijke doelen.” Herhaling blijkt belangrijk, stelt Langeveld. “Het effect van een interventie neemt na verloop van tijd af. Eenmalige interventies zijn daardoor minder langdurig effectief dan wanneer mensen meerdere keren worden benaderd.”

Ketensamenwerking

Het hoogbouwproject bracht een groot aantal partijen op de been. Naast gemeentelijke partijen en bewoners ook de rijksoverheid, kennisinstellingen en afvalbedrijven. Composteerders zien de gfe-stroom uit de hoogbouw graag komen. “Onze sector kan er mooie producten van maken, zoals compost en duurzame energie. Organisch keukenafval is bij uitstek geschikt om te vergisten. Met compost houden we onze bodem vruchtbaar, erosiebestendig en vol met bodemleven”, vertelt Femke Mackenzie, manager marketing en communicatie van Indaver Nederland B.V.

Femke Mackenzie (Indaver Nederland B.V.):

‘Voer je de interventies op de juiste manier uit, dan doet de kwaliteit niet onder voor organisch afval uit de laagbouw.’

Kwantiteit én kwaliteit

De sector stelt aan het materiaal één voorwaarde: de kwaliteit moet op orde zijn. Om daarop toe te zien, schoof Mackenzie, namens de Afdeling Bioconversie van de Vereniging Afvalbedrijven, bij het project aan. “Vijf jaar geleden, toen het onderzoek startte, lag de nadruk van het VANG-beleid sterk op kwantiteit. Overheden wilden met name minder restafval en grotere gescheiden fracties. Vanuit de keten vinden wij het essentieel om ook naar de kwaliteit te kijken. Zodat het materiaal ook daadwerkelijk hergebruikt kan worden.” Ze roemt de ketensamenwerking binnen het project. “De ketenbenadering was redelijk uniek en heeft veel navolging gekregen.”

Goede kwaliteit

Goed nieuws: de grondstof is schoon genoeg. “Bij alle pilots zijn sorteeranalyses uitgevoerd, zowel van het restafval als van de gfe-fractie. Twee keer vonden metingen plaats: na de invoering van het basispakket en na het uitrollen van de interventies.” Mackenzie is te spreken over de kwaliteit. “Voer je de interventies op de juiste manier uit, dan doet de kwaliteit niet onder voor organisch afval uit de laagbouw. Sommige gemeenten hadden zelfs nul procent verontreiniging. Heel knap. Andere pilots kampten bij de eerste meting met verontreiniging. Bij de tweede meting was het materiaal veel schoner.” Vorm, grootte en uiterlijk van de containers zijn bepalend voor de mate van verontreiniging. “Bovengrondse containers met een pastoegang geven betere resultaten dan anonieme ondergrondse containers.”

Eén op de vijf huishoudens in de hoogbouw maakt geregeld gebruik van de aangeboden gfe-containers

Wetenschappelijke aanpak

Voorop stond de wetenschappelijke aanpak. “Daaraan schort het vaak bij beleidsexperimenten. Evaluaties zijn slordig, waardoor resultaten onderling lastig te vergelijken zijn”, stelt Cees Midden vast. Hij is emeritus hoogleraar Human Technology Interaction aan de Technische Universiteit Eindhoven. Midden voerde het uitgebreide literatuuronderzoek uit, op basis waarvan de tien interventies zijn gekozen, en zat met andere wetenschappers in een denktank. “Wil je van pilots kunnen leren, dan moet je ze op een wetenschappelijk verantwoorde wijze uitvoeren. Dus mét een nulmeting, een controlegroep, een random selectie en voldoende deelnemers om statisch verantwoorde uitspraken te doen.”

Draagvlak voor afvalscheiding

Als gedragsexpert ontfermde Midden zich over vragenlijsten, die de deelnemers vooraf en na afloop invulden. Circa drieduizend formulieren verwerkte hij. “Naast het vaststellen of de interventies succesvol zijn, willen we ook verklaren waarom de effecten optreden. Zodat we begrijpen waarom deelnemers hun gedrag wel of niet veranderen.” Uit de antwoorden identificeert hij bepalende gedragsfactoren of mensen aanhaken. Een belangrijke: de grondhouding tegenover afvalscheiding. “Over het algemeen zijn flatbewoners redelijk tot zeer positief over afvalscheiding. Het draagvlak is aanwezig.” Belangrijk is ook de uitvoerbaarheid. Is het scheiden in de praktijk lastig, dan remt dat mensen enorm. “Staat de container bijvoorbeeld te ver van de flat of ontbreekt opslagruimte in huis.”

Cees Midden (Technische Universiteit Eindhoven):

‘Over het algemeen zijn flatbewoners redelijk tot zeer positief over afvalscheiding.’

Maatwerk vereist

Ook al beveelt het project bepaalde interventies aan, toch ontbreekt een silver bullet, een simpel generiek concept met een gegarandeerde gfe-opbrengst. Hoogbouw vergt maatwerk, stelt Midden vast. “Welke interventies geschikt zijn, verschilt per wijk. Stel als gemeente daarom vooraf een diagnose. Verdiep je in de doelgroep. Hoe is de attitude, hoe groot zijn de keukens, wat zijn de barrières, vertrouwen ze de gemeente? Beleg met bewoners een avond of voer een enquête uit. Het komt nauw: the devil is in the detail, zeg ik vaak. Alle puzzelstukken moeten in elkaar vallen.”

Uitrollen over de stad

Midden adviseert om altijd te starten met een kleine test, om die vervolgens uit te rollen. “Blijf door goed ontworpen pilots van elkaar en van toekomstige interventies leren”, raadt hij aan. Gijs Langeveld ziet bij gemeenten veel animo en enthousiasme om de gfe-inzameling in de hoogbouw op te pakken. “We hebben laten zien dat het kan. Aan ons webinar op donderdag 28 mei 2020, waar we de resultaten van het hoogbouwproject presenteerden, namen meer dan tweehonderd mensen deel. Rotterdam en Amsterdam, beide pilotgemeenten, nemen al de volgende stap. Ze rollen het basispakket en enkele interventies uit over de hele stad. Hopelijk volgen andere gemeenten snel.”

Auteur
Addo van der Eijk - @copyright

Addo van der Eijk op LinkedIn

Jennifer Koster-Bos

Contactpersoon
Jennifer Koster-Bos

Jennifer Koster-Bos op LinkedIn

Onze nieuwsbrief
ontvangen?

De circulaire economie vraagt om nieuwe businessmodellen

Kwaliteit ingezamelde stromen is nodig om ze te kunnen recyclen tot hoogwaardige producten

Circulaire economie

Circulaire economie

Klimaat

Klimaat

Recycling en restmaterialen

Recycling en restmaterialen