Header fietser

Nieuws

Artikel - 22 juni 2021

Wie krijgt de ZZS-bal: ontdoeners of ontvangers?

Informatieplicht voor Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS) in afvalstoffen

De voorgenomen aanpak van Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS) baart de afvalsector zorgen. Dat deze stoffen aandacht vragen, daar is iedereen het over eens. Maar wie krijgt de ZZS-informatieplicht in de schoenen geschoven? De rijksoverheid wijst naar de afvalverwerking, de afvalbranche naar de producenten en ontdoeners. Anders blijft het dweilen met de kraan open.

PFAS, een verzamelterm voor duizenden stoffen gebruikt in onder meer kleding en antiaanbakpannen, bracht in ons land de ZZS-bal aan het rollen. “De laatste drie jaar constateerden we dat de afvalverwerking niet waterdicht blijkt. Via afvalstoffen komen ZZS toch in het milieu terecht. Meer dan de samenleving aanvaardbaar vindt.” Aan het woord is Loek Knijff van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. De rijksoverheid wil meer greep krijgen op ZZS. Onderwijl dijt de lijst van inmiddels 1.600 meest schadelijke stoffen voor mens en milieu verder uit.

Op de uitdijende lijst staan al 1.600 Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS)

Wie is verantwoordelijk?

Een extra inspanning is nodig, stelt Knijff, ook door de afvalsector. Van veel stoffen is nog onbekend of en in welke mate ze in afvalstromen zitten. De hamvraag die momenteel speelt: moet de ontdoener aangeven welke ZZS in het afval zitten of de ontvanger van een afvalstof? De informatieplicht blijkt de spreekwoordelijke doorgeschoven ‘hete aardappel’. “De rijksoverheid wil de verantwoordelijkheid vooral op het bord van de afvalsector neerleggen”, vertelt Peter Louwman, directeur Businessunit Landfill Reconversion bij Indaver en vicevoorzitter van de Vereniging Afvalbedrijven. Het zwaard van Damocles, noemt hij de voorgenomen informatieplicht voor afvalbedrijven. “Het onderwerp gaat de hele sector raken. Wij begrijpen dat het ZZS-dossier prioriteit krijgt in Europa en leveren als sector een bijdrage. Maar maak ons niet hoofdverantwoordelijk.”

Peter Louwman (Indaver):

‘Maak producenten verantwoordelijk voor ZZS in de hele keten.’

Heterogene afvalstromen

De Kamerbrief van half mei legt de bal inderdaad met name bij de ontvanger. Die moet ‘bepalen met welke mate van nauwkeurigheid en frequentie het gehalte van de ZZS gemeten moet worden’, aldus de brief. Louwman vindt dat een onmogelijke taak. “Afvalstromen bestaat uit complexe mengsels en zijn heterogeen. Afvalbedrijven weten dus niet precies welke ZZS ze binnen de poort krijgen.” Afvalstromen op alle ZZS controleren maakt de bedrijfsvoering volgens hem onbetaalbaar en onuitvoerbaar. De oplossing, stelt hij: verschuif de focus naar de hele keten en dan met name naar producenten. “Eerst moet de kraan dicht, zodat geen nieuwe ZZS in omloop komen. Anders blijven we dweilen.”

Aanpassen Besluit Melden

Knijff van het ministerie gaat hierin wat betreft de primaire producenten mee. Hij splitst de ontdoeners in tweeën: producenten en ontdoeners van afval verderop in de keten. De eerste groep, vaak grote chemische bedrijven, moeten voortaan ZZS gaan melden aan hun ontvangers van afvalstoffen. “Die verplichting bestaat al, maar blijkt in de praktijk een dode letter. Het ministerie wil hiervoor het Besluit Melden aanscherpen. Het gaat dan om bedrijven waarbij ZZS in de vergunning staan vernoemd.”

De vervuiler betaalt

De tweede groep, de ontdoeners verderop in de keten, wil het ministerie voor de informatieplicht ontzien. Knijff: “Ontdoeners weten bijna nooit welke ZZS in hun afval zitten. Kantoren, culturele instellingen, mkb-bedrijven en bouwbedrijven hebben geen chemici in dienst. We kunnen van hen niet verwachten dat ze informatie vergaren over risicostoffen in hun afval.” Daarom kijkt het ministerie naar afvalbedrijven. “Afvalverwerkers kunnen het beste bepalen welke informatie ze van ontdoeners willen hebben. Ze kennen hun installaties, weten soms welke ZZS in stromen kunnen zitten en welke stoffen in hun proces kapot gaan of eruit verwijderd worden.” De kosten zijn voor de ontdoener, benadrukt Knijff, want ‘de vervuiler betaalt’. “Voor de analyses kunnen afvalbedrijven hun klanten ontzorgen.”

Loek Knijff (ministerie van Infrastructuur en Waterstaat):

‘Afvalverwerkers kunnen het beste bepalen welke informatie ze van ontdoeners willen hebben.’

Lange lijst inperken

Knijff ziet de informatieplicht als een uitvloeisel van de bestaande zorgplicht. “De huidige regelgeving stelt voor alle bedrijven die onder een milieuvergunning werken, ook voor afvalbedrijven, een minimalisatieplicht voor emissies van ZZS naar lucht en water. Omdat ondanks de aandacht van de afvalbedrijven voor deze plicht toch ZZS weglekken naar het milieu, moet er een schepje bovenop.” Het ministerie realiseert zich dat een lijst van 1.600 stoffen niet behapbaar is voor afvalbedrijven om te controleren. “We ondersteunen de afvalsector door de lijst in te perken. Per afvalstroom geven we een overzicht van potentiële risicostoffen en we kijken naar verdere verbetering van deze overzichten.”

Gelijke monniken, gelijke kappen

Wat als ontdoeners gaan shoppen bij ontvangers om de doorberekende analysekosten te drukken? Knijff onderkent dit probleem en wil dat de afvalsector ‘cowboys’ via het bevoegd gezag aanpakt. Louwman constateert dat omgevingsdiensten regionale ongelijkheid creëren. Hij weet van omgevingsdiensten die op het ZZS-dossier veel stringenter opereren dan andere. Ontdoeners kunnen dan ontvangers met coulante omgevingsdiensten kiezen. Knijff zegt daarover: “Als ministerie willen we zorgen voor een uniforme lijn, onder meer door het opzetten van een ondersteunende structuur voor en door omgevingsdiensten.”

Afvalbedrijven vrezen de hoge kosten van de analyses, stagnatie bij de verwerking en een bevoegd gezag dat elk moment kan ingrijpen

Producentenverantwoordelijkheid

Louwman is er niet gerust op. Hij vreest de hoge kosten van de analyses, stagnatie bij de verwerking en een bevoegd gezag dat elk moment kan ingrijpen, terwijl afvalbedrijven zich nergens bewust van zijn. “Straks lopen we elke week tegen weer een nieuwe Zeer Zorgwekkende Stof aan. Het bevoegd gezag zou juist de ontdoeners moeten controleren in plaats van de ontvangers.” Louwman wil de veroorzakers écht aansprakelijk maken. Hij bepleit een vorm van ZZS-producentenverantwoordelijkheid, ook voor stoffen die al in omloop zijn. “Maak producenten verantwoordelijk voor ZZS in de hele keten, bijvoorbeeld met een fonds en een track & trace-systeem, waarmee ZZS door de keten gevolgd kunnen worden.”

Jeanette Ozinga (Ozinga Advocaten):

‘Een probleem aan de productiekant wordt nu verlegd naar de afvalfase.’

Probleem verleggen naar afvalfase

Jeanette Ozinga, advocaat milieurecht, ziet de gevolgen van een ZZS-focus op afvalstromen in de praktijk. “Een probleem aan de productiekant wordt nu verlegd naar de afvalfase. Afvalverwerkende bedrijven hebben daar last van, terwijl ze niet het probleem veroorzaken.” Als voorbeeld haalt ze een casus aan, waarbij een afvalbedrijf ongewild PFOA binnen de poort kreeg en minieme hoeveelheden in het lozingswater gedetecteerd werden. “Terwijl de producent in de omgeving de stof volgens haar vergunning mocht uitstoten naar water en lucht, stelde het bevoegde gezag mijn client wél in overtreding. Mijn client wist van niets en kon onmogelijk het afvalwater op alle 1.600 ZZS hebben gecontroleerd. Toch kregen ze de schuld.”

Circulaire economie in het geding

Onterecht, vindt Ozinga, want in de milieuvergunning uit 2015 van het afvalbedrijf stond niets over ZZS vermeld. Logisch, stelt ze, want het probleem was destijds niet bekend. Ozinga voorziet een ernstige belemmering voor de recycling door ZZS. “Kiezen omgevingsdiensten voor de nullijn, dus geen ZZS in secundaire grondstoffen, dan kunnen we wel stoppen met recycling en de ambitie van een circulaire economie. Dan blijven de afvalverwerkende bedrijven, ofwel de BV Nederland, weer zitten met bergen niet te verwerken afval.”

Auteur
Addo van der Eijk - @copyright

Addo van der Eijk op LinkedIn

Angelique Allart

Contactpersoon
Angelique Allart

Angelique Allart op LinkedIn

Onze nieuwsbrief
ontvangen?

Circulaire economie

Circulaire economie

Recycling en restmaterialen

Recycling en restmaterialen

Veiligheid en gezondheid

Veiligheid en gezondheid